Asielprotest

Met de verkiezingen die op komst zijn is er weer veel aandacht voor asiel. Wekelijks zijn er meerdere protesten tegen asielzoekerscentra, aangewoekerd door de campagnes van extreemrechtse partijen. Ik probeer me niet te veel met zulk negatief nieuws bezig te houden, maar als je werkt in het midden van de samenleving kan je er soms niet omheen.

Afgelopen week was ik aan het werk in de Kiosk, in een winkel op een traject richting het oosten van het land. In die winkel is het vaak rustig qua klandizie, en die dag was het niet anders. In alle rust was ik bezig met schoonmaken en opruimen, zodat de winkel op mijn gemak kon afsluiten. Vlak voor sluitingstijd kwam er een jongen binnen die ik echter niet snel zal vergeten. Hij was een jaar of 20, rossig, redelijk gezet en had een sterk boers accent, dus ik schatte in dat hij uit het oosten kwam (ik stond immers op het spoor met treinen van en naar Zwolle en Enschede). Zijn blikje Corona-bier had hij bijna op en kwam voor een hervulling.

Nadat hij zijn 12 euro had afgerekend voor 3 halve liters Heineken vroeg ik of hij nog een lange rit te gaan had, maar hij vertelde dat hij er al bijna was. “Houten, dus ik ben er bijna”. En na korte aarzeling voegde hij daaraan toe terwijl hij al naar de deur liep: “Ik weet niet of je het hebt gehoord, maar we gaan daar protesteren tegen een AZC”. Ik was een beetje van mijn à prospos, vooral vanwege de link met het extreme geweld waar ik ook al eerder over schreef. Meer dan een “Oké, rustig aan vanavond” kon ik dan ook niet uitbrengen. Ik hoop dat hij wat aan dat advies heeft gehad, want een paar uur later las ik dat het op rellen was uitgelopen, waarbij 5 personen zijn aangehouden. De prinsenvlag werd gevoerd, er werd zwaar vuurwerk afgestoken en naar de politie en tegendemonstranten gegooid. Het is schokkend en boosmakend, om het licht uit te drukken.

Het protest ontaarde net als in andere steden in rellen waar de ME moest ingrijpen.

Eigenlijk had ik hem van alles willen vragen. Allereerst waarom hij tegen het te bouwen AZC wilde protesteren. Door Wilders en co. wordt vaak gezegd dat er geen steun is voor de opvang van asielzoekers en dat het volk tegen de elitaire bestuurders in opstand moet komen. Maar van het AZC in Houten is namelijk bekend dat het juist veel lokale steun heeft van Houtenaren. Natuurlijk is die steun niet unaniem – Houten kent ook zijn doorgedraaide extremisten die het normaal vinden om bestuurders met de dood te bedreigen, maar in tegenstelling tot veel andere locaties is die steun veel groter.

Ook had ik van hem willen weten waarom hij als ogenschijnlijke buitenstaander het nodig vond om tientallen kilometers af te reizen om tegen een lokaal politieke discussie zijn mening te laten horen. Wat maakt het uit wat hij van een AZC in een dorp in de randstad vindt? Ja, Houtenaren en mensen uit de regio hebben redenen genoeg om voor of tegen te zijn en zich daarover uit te spreken, al dan niet door te protesteren.

Daar zit ook de bittere ironie. Bij deze rellen komen deze 300 “volksbeschermers” – ongeveer net zoveel als het aantal op te vangen asielzoekers – vanuit alle hoeken van het land om rellen te trappen en de straten onveilig te maken. Ze zijn zelf het gevaar waar tegen ze demonstreren. En bovenal doen ze dat terwijl er brede steun is in het dorp, als het ware met het doel om de “cultuur te veranderen”. Het debat wordt zo gekaapt door extremisten. Wilders en de zijnen hitsen mensen op door te roepen dat “zij de baas zijn, niet de burgemeester“, en deze relschoppers zijn daar het gevolg van. Dat mag niet genormaliseerd worden, en hun uitspraken moeten keihard worden veroordeeld. Het oproepen tot geweld wat zij doen kan én mag niet door de beugel gaan in onze democratie.